Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Prinses Máxima Centrum

Koningin Máxima en Rob Pieters samen bij internationale (digitale) bijeenkomst COVID-19 en kinderkanker

Koningin Máxima sprak dinsdagavond 8 december een kort woord voor de deelnemers aan de digitale bijeenkomst ‘Covid-19 and childhood cancer’ georganiseerd door de zogenoemde ELPIDA Association of Friends of Children with Cancer. Dit is een Griekse foundation die zich inzet voor de uitwisseling van kennis en ervaring tussen wetenschappers en artsen op het gebied van kinderoncologie. (let op: dit is een archieffoto)

Tijdens de bijeenkomst van ELPIDA stond de impact van COVID-19 op de kinderoncologie centraal. Koningin Máxima en Rob Pieters, medisch directeur van het Prinses Maxima Centrum waren daarom uitgenodigd, samen met diverse hoogwaardigheidsbekleders van onder meer de UNESCO en (kinder-) oncologische topcentra uit de VS.

Ze benadrukten dat COVID-19 niet direct een grote bedreiging vormt voor individuele kinderen met kanker, maar dat het wel degelijk grote impact heeft. Immers, er staat nu een grote druk op het gezondheidssysteem door zorgprofessionals die positief getest zijn op COVID-19. Daarnaast verstoort de 1,5 meter samenleving de continuïteit van vele onderzoeksprojecten omdat onderzoekers niet worden gezien als essentieel voor de dagelijkse zorg waardoor veel laboratorium- en klinische studies zijn onderbroken. En er is een ernstige terugval opgetreden in fondsenwerving en donaties omdat er geen acties georganiseerd mogen en kunnen worden.

Hierdoor worden kinderen die in de toekomst kanker krijgen misschien nog wel het meest benadeeld. Immers: diverse onderzoeken en dus de ontwikkeling van nieuwe therapieën, lopen vertragingen op.

Eensluidend werd vastgesteld dat er zo snel als mogelijk vaccins beschikbaar gesteld moeten worden voor zowel kinderen met kanker als hun zorgprofessionals, zodat die weer kunnen doen wat er gedaan moet worden: het verbeteren van de prognose voor kinderkanker.