Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Prinses Máxima Centrum

Overlevingskans kinderen met acute lymfatische leukemie afgelopen 30 jaar fors verbeterd

De overlevingskans van kinderen (0 t/m 17 jaar) met ALL (acute lymfatische leukemie) was in de jaren negentig al redelijk goed en is in de afgelopen decennia verder gestegen naar 91 % in Nederland. Dit blijkt uit een epidemiologisch beschrijvende studie van onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

Uit de studie, die gepubliceerd werd in wetenschappelijk tijdschrift Leukemia, kwam naar voren dat de kans op overleving van ALL vijf jaar na diagnose is gestegen van 80% begin jaren negentig naar 91% in de laatste, gemeten periode van 2010 tot 2015. Onderzoeker Ardine Reedijk maakte hiervoor gebruik van gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Aanvullende extern verzamelde sterftecijfers kwamen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het vóórkomen van acute lymfatische leukemie  
De incidentie (het aantal nieuwe gevallen) van ALL is niet toegenomen over de tijd, al varieert het aantal kinderen met deze ziekte wel per jaar. Gemiddeld genomen krijgen ieder jaar 115 kinderen de diagnose ALL. Voor de subtypes B-voorloper ALL in de leeftijdsgroep 10-14 en T-cel ALL bij 15-17 jarigen is een lichte toename in de incidentie. Ondanks dat de onderzoekers geen duidelijke verklaring hebben voor de lichte toename in incidentie, zijn er geen duidelijke factoren aan te wijzen die het krijgen van ALL op de kinderleeftijd in Nederland verhogen.

Behandeling van adolescenten met ALL
Er vond een duidelijke toename plaats in het percentage adolescenten (15-17 jarigen) met ALL dat werd behandeld in een kinderoncologisch centrum. In de jaren 1990-1994 werd 35% van de 15-17 jarigen daar behandeld, in 2010-2015 was dit 87%. Ook bleek de kans op overlijden bij 15-17 jarigen 70% lager wanneer de behandelding plaats vond in een kinderoncologisch centrum [in vergelijking met een volwassen oncologie afdeling in een academisch ziekenhuis of een algemeen ziekenhuis]. De behandeling van ALL patiënten tot de leeftijd van 40 jaar op volwassen hemato-oncologie afdelingen is in Nederland sinds 2004 al aangepast naar meer kinderoncologische behandelschema’s. Mogelijk zijn er toch nog verschillen in de behandeling tussen de kinderoncologie en volwassen oncologie afdelingen op het gebied van behandelschema’s en bijwerkingen.

Langlopend onderzoek
De hogere overlevingskansen en resultaten van dit onderzoek wijzen op een langlopende ontwikkeling van kleine verbeteringen.. In het Prinses Máxima Centrum waar sinds enkele jaren al het kinderoncologisch onderzoek is samengebracht, zullen we ook toekomstige verbeteringen blijven monitoren. De informatie over het voorkomen van kanker én de overlevingskansen is niet alleen belangrijk om nieuwe behandelingen te evalueren, maar kan ook gebruikt worden door artsen om kinderen en hun ouders te informeren en te adviseren over up-to-date prognoses. 

Vanuit het Prinses Máxima Centrum werd dit onderzoek uitgevoerd door drs. Ardine Reedijk, onderzoeker, en kinderoncoloog prof. dr. Rob Pieters, epidemioloog dr. ir. Henrike Karim-Kos, kinderoncoloog dr. Inge van der Sluis en kinderarts-epidemioloog prof. dr. Leontien Kremer.

Lees het artikel in Leukemia: https://rdcu.be/b6nLt