Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Prinses Máxima Centrum

Terugblik wetenschapsavond Immunotherapie

Thema van de tweede wetenschapsavond van dit jaar was Immunotherapie. In het auditorium zaten diverse geïnteresseerden en een andere groep nam digitaal deel vanuit huis. Drie sprekers, begeleid door voorzitter Dr. Wouter Kollen, namen de toeschouwers mee in de huidige en toekomstige ontwikkelingen in dit veld. Na afloop werd er nog nagepraat door bezoekers en sprekers. Dr. Friso Calkoen: ‘We hebben onze eerste stappen in dit veld succesvol gezet, maar kijken uit naar wat nog meer mogelijk is.’ 

The good, the bad and the ugly

Immunotherapie
is een relatief nieuwe en veelbelovende manier om kanker te behandelen waarbij het afweersysteem wordt ingezet om heel gericht tumorcellen aan te vallen. ‘Hoe weet een immuuncel nu of een lichaamscel goed, fout of écht slecht is? Ofwel is een cel ‘the good’, ‘the bad’ of toch ‘the ugly’?' Dr. Stefan Nierkens, groepsleider en gespecialiseerd in immunotherapie nam het publiek mee in de wondere wereld van het afweersysteem.

Dit verhaal start bij de poortwachters, de dendritische cellen. Zij controleren cellen en ruimen ze op als dat nodig is. Ook kraken ze de code die in foute cellen is vastgelegd en geven een sein af aan de zogenaamde B- en T-cellen om in actie te komen. ‘Deze ‘nerds’ van het afweersysteem zijn niet zo snel, maar wel heel specifiek. En daar ligt juist hun kracht, ze pakken alleen de slechte cellen aan en laten de goede met rust,’ vertelt Nierkens. Tumorcellen hebben echter de eigenschap om dit systeem te misleiden, waardoor ze blijven groeien en behandeling nodig is.

Antilichaam als aanjager van de aanval

Dr. Miranda Dierselhuis is kinderoncoloog en gespecialiseerd in de behandeling van solide tumoren en met name neuroblastoom. Onderdeel van de behandelingen die zij geeft is immunotherapie met het antilichaam anti-GD-2. ‘Antilichamen worden tijdens een normale afweerreactie door B-cellen gemaakt. De antilichamen voor deze immunotherapie worden in een laboratorium gemaakt’, vertelt Dierselhuis.

De vondst van een gemene deler op de neuroblastoom tumorcellen, eiwit GD2, maakte het mogelijk om een therapie, antilichaam GD-2, te ontwikkelen. ‘Door de binding van het antilichaam GD-2 aan de tumorcellen, komt in eerste instantie het niet specifieke deel van het afweersysteem in actie. Door de celdood die dan optreedt, kunnen T-cellen de code kraken die in foute cellen is vastgelegd. Hierdoor wordt de aanval door T-cellen geactiveerd en worden er ‘memory’ T-cellen aangemaakt. Deze blijven als ‘geheugen’ in het lichaam en komen in actie wanneer de tumorcellen terugkeren.’ Anti-GD2 immunotherapie werkt dus op twee manieren: door de kankercellen specifiek aan te vallen, én door het afweersysteem alerter te maken als de kanker terugkomt. 'De kans op terugkeer van kanker nadat een kind is genezen is hierdoor 15 tot 20% lager geworden. We doen daarnaast veel onderzoek om anti-GD2 immunotherapie nóg beter te laten werken en willen kijken of we het eerder in de behandeling kunnen geven.’

Eén en één is drie

Een zeer veelbelovende vorm van immuuntherapie is de behandeling met aangepaste T-cellen, ook wel CAR T genoemd. ‘We combineren de eigenschappen van B- en T-cellen en vallen daardoor de tumorcellen heel gericht aan én activeren grote hoeveelheden T-cellen. CAR T behandeling is niet alleen effectief om te genezen, maar ook om terugkeer te voorkomen,’ vertelt Calkoen, kinderoncoloog gespecialiseerd in hemato-oncologie en CAR T-celbehandeling.

‘De eigen T-cellen van de patiënt worden voor deze behandeling gebruikt. Buiten het lichaam worden de cellen vermeerderd en aangepast. Daarna geven we de cellen via een infuus terug. Nu moeten de cellen daarvoor naar Amerika, maar binnenkort kunnen we dat zelf in Utrecht.’

Op dit moment is een behandeling met CAR T-cellen alleen mogelijk voor kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) of lymfeklierkanker. ‘Naast onderzoek naar een bredere toepassing willen we ook meer te weten komen over hoe we CAR T-cellen langer in het lichaam kunnen houden en wat het beste moment voor het infuus is. Ook kijken we of we de kans van slagen kunnen voorspellen. Kortom, we hebben onze eerste stappen in dit veld succesvol gezet, maar kijken uit naar wat nog meer mogelijk is.’

Bekijk hier de presentaties terug