De mogelijkheden zijn eindeloos, volgens Hans Snijder, directeur media en fondsenwerving. Voor de wetenschappers biedt het auditorium een podium voor internationale uitwisseling van kennis; voor de zorgprofessionals is het een plek om te leren en vooral ook te overleggen. En voor de Foundation dé plek om donateurs, fondsen en stichtingen te laten zien waarom hun bijdragen zo belangrijk zijn
De kleurverlichting was maar een tipje van de sluier van de technische hoogstandjes die mogelijk zijn in het centrum. Zo waren de oranje stoelen op de voorste rij strategisch gereserveerd voor de sprekers van de middag. Op die stoelen staan namelijk camera’s gericht, deed de regisseur uit de doeken tijdens de doorloop. De hele show is opgenomen, inclusief de hoofdrolspelers, ook wanneer ze in het publiek zaten.
De opbouw
Bestuursvoorzitter Diana Monissen sprak met trots de zaal toe. Niet alleen was ze trots op ‘deze plek van innovatie en inspiratie’, maar ook op het geduld van de medewerkers van het Máxima, die het gehamer en geboor wel mee hebben gekregen. Naast trots was Monissen persoonlijk ook erg opgelucht; opgelucht dat ze nooit meer met het gammele buitenliftje naar boven hoeft nu het auditorium te bereiken is met een stevige en betrouwbare lift.
Voormalig wetenschappelijk directeur Hans Clevers nam het podium over en deelde de dubbele gevoelens over de bouwfase van het centrum. Enerzijds is er de enorme trots dat er in korte tijd een heel centrum en nu ook een auditorium is verrezen. Anderzijds zijn er onvermijdelijke frustraties tijdens de bouw. Dat levert ook grappige situaties op, vertelt Clevers, zoals die keer dat er een kruisje voor een vierkantje werd aangezien op de bouwplattegronden. Het resultaat; een wc-pot midden in het laboratorium.
De groei
Clevers nam het publiek mee in de ontwikkelingen van de afgelopen jaren. In 2016 begonnen veertien onderzoeksgroepen tijdelijk in het Hubrecht Institute; nu zitten er ruim dertig groepen in het Prinses Máxima Centrum – allemaal richten ze zich op het onderzoek naar kinderkanker. Internationaal wordt het academische component van het Máxima herkend. Dat is heel betekenisvol, vindt Clevers, niet op zijn minst omdat het gepaard gaat met structurele financiering. Dat geeft naast de basisfinanciering van KiKa vaste grond onder de voeten.
Clevers is afgetreden als wetenschappelijk directeur van het Máxima, maar blijft aan als wetenschapper. Zijn onderzoeksgroep is gespecialiseerd in het opzetten van mini-organen in het laboratorium. Clevers nam het publiek mee terug in de tijd. Zijn onderzoekslijn begon met de ontdekking van stamcellen in de darmen, die hij bleek te kunnen cultiveren in het lab. De stamcellen groeiden uit tot mini-darmen; organoïden. Deze organoïden blijken van onschatbare waarde in het onderzoek naar kanker. Wetenschappers kunnen nu de eigenschappen van cellen bestuderen en medicatie testen in het lab. Clevers’ groep in het Máxima zet zich in om organoïden te kweken van kindertumoren.
De toekomst
De functie van wetenschappelijk directeur is eerder dit jaar overgenomen door Alexander Eggermont. Van origine is Eggermont een oncologisch chirurg, maar de afgelopen negen jaar voornamelijk werkzaam geweest als algemeen directeur van het oncologisch centrum en onderzoeksinstituut Gustav Roussy in Parijs. Wil je als chirurg een publiek toespreken als Clevers net aan het woord is geweest? Nee, klonk het overtuigde antwoord van Eggermont, die zichtbaar onder de indruk was van de presentatie van zijn voorganger. Maar zijn inhoudelijke toedracht vol visie en hoop deed er niet aan onder
Als melanoomexpert heeft Eggermont gezien hoe snel wetenschappelijk onderzoek de toekomst van kankerpatiënten kan veranderen. Waar de genezingskans van een uitgezaaid melanoom tot voor kort maar zo’n 5 procent was, is dat met de komst van immuuntherapie gestegen tot bijna 60 procent. In de ontwikkeling van immuuntherapie voor kinderen is nog veel winst te behalen. Dit is dan ook een van de drie doelen die Eggermont voor ogen heeft. Om snelle stappen vooruit te zetten, wil hij investeren in onderzoek naar immuno-oncologie, hersenkanker en het verder ontwikkelen van early clinical trials om ontdekkingen uit het lab door te kunnen zetten naar de kliniek.
